Vanaf 3 maart strengere regels voor elektronische schermtoestellen in auto

Print

Vanaf 3 maart worden de regels voor elektronische schermtoestellen achter het stuur strenger. GSM en andere toestellen manipuleren kunnen niet tijdens het rijden! In de afgelopen jaren is het gebruik van mobiele telefoons in het verkeer enorm toegenomen. De meeste mobiele telefoons zijn tegenwoordig kleine computers, waarmee – naast telefoneren – ook op andere wijze kan gecommuniceerd worden. Het gebruik ervan in het verkeer leidt af van de rijtaak en brengt de verkeersveiligheid in gevaar. Volgens de meest voorzichtige schattingen vallen er jaarlijks minstens 30 doden en 2500 gewonden in ons land door het gebruik van de smartphone achter het stuur. Experts stellen dat de smartphone toegevoegd moet worden aan de lijst van “killers” in het verkeer, naast onaangepaste snelheid, afleiding en vermoeidheid, rijden onder invloed en het niet dragen van de veiligheidsgordel.

In gedragsmetingen geven Belgen toe dat ze regelmatig de mobiele telefoon gebruiken achter het stuur. 28 procent van de Belgen geeft toe achter het stuur wel eens een sms te sturen of te lezen, 4 procent geeft toe video’s te bekijken achter stuur. Meer dan 1 op de 10 Belgen (11 %) geeft in de Europese barometer van de Fondation Vinci aan dat ze een ongeval of bijna-ongeval gehad hebben door het gebruik van de gsm in de wagen. Omdat smartphonegebruik zodanig afleidt van de rijtaak en de impact op de verkeersveiligheid erg groot is, werd de bestaande regelgeving en sanctie geactualiseerd.

Alle elektronische toestellen!

Het begrip “draagbare telefoon” werd uitgebreid naar alle elektronische communicatietoestellen. Naast draagbare telefoons kunnen immers talrijke soortgelijke apparaten gehanteerd worden in het verkeer, zoals tabletcomputers, laptops, digitale foto- en videocamera’s, e-readers, spelconsoles, mobiele televisies, mediaspelers allerhande, …Het gebruik van al deze elektronische apparaten leidt af van de rijtaak en wordt tijdens het rijden verboden. Met het oog op de toekomstbestendigheid werd voor de algemene term “elektronische apparaten met een scherm” gekozen.

Vasthouden en het manipuleren van elektronische toestellen wordt algemeen verboden

Verder wordt niet enkel het gebruik, maar het vasthouden en het manipuleren in het algemeen verboden. Bij handhaving is het immers moeilijk vast te stellen of de persoon daadwerkelijk het toestel aan het gebruiken is. Men kan er immers van uitgaan dat, indien de bestuurder het toestel in de hand heeft, tegen het hoofd geklemd heeft, het toestel gebruikt wordt of men de intentie heeft het toestel te gebruiken. Het vermijdt bovendien omslachtige procedures van het opvragen van telecomgegevens.

Een regelmatig voorkomend fenomeen is dat de bestuurder de smartphone op de schoot heeft liggen (dus niet vast heeft), en regelmatig het hoofd buigt om berichten, e-mails, filmpjes, … te bekijken en door te scrollen of aan te klikken. Dat dit levensgevaarlijk is voor het verkeer, is duidelijk.

Om ook dit fenomeen te verbieden, werd de definitie van “gsm-gebruik” nog verder te verruimd tot het manipuleren van het toestel (zonder dat je het toestel in de hand moet hebben).

Aan de andere kant blijft het gebruik van een gsm-toestel of smartphone op een relatief veilige manier in de wagen mogelijk. Als het toestel in een daartoe voorziene houder geplaatst werd en bijvoorbeeld als gps-toestel wordt gebruikt, is het onderscheid met een multimediasysteem van de wagen zelf erg klein en wordt het gebruik van een vast multimediasysteem (vaak in duurdere wagens) en het gebruik van een vastgeklikte smartphone niet verschillend behandeld worden.

Artikel 29, § 1, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer bepaalt dat overtredingen van de reglementen die de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar brengen aangewezen dienen te worden als overtredingen van de derde graad, in tegenstelling tot overtredingen van de tweede graad, die de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar brengen. Volgens Tom Brijs, verkeersdeskundige bij de Universiteit Hasselt, vergroot bellen in de auto het risico op een ongeval met 4. Bij sms’en (en gelijkaardige activiteiten) is dat factor 20. Dit creëert ontegensprekelijk rechtstreeks gevaar.

Daarom wordt de overtreding van het aangepaste artikel 8.4. van de Wegcode ingedeeld als overtreding van de derde graad, in plaats van als overtreding van de tweede graad. Omwille van coherentie wordt ook de overtreding van artikel 8.3 van de wegcode tot de derde graad verhoogd, zodat iedere vorm van afleiding op gelijke wijze bestraft wordt.

Mogelijke sancties

  • Onmiddellijke inning van 174 euro + administratieve toeslag;
  • Geldboete van 30 euro tot 500 euro (x 8); de geldboetes worden verdubbeld bij recidive (herhaling van de overtreding binnen 3 jaar);
  • De rechter moet het verval van het recht tot sturen uitspreken en het herstel van het recht tot sturen minstens afhankelijk maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien de schuldige sinds minder dan twee jaar houder is van het rijbewijs B, indien de overtreder een motorvoertuig bestuurt.